Hanoi, de hoofdstad van Vietnam. Nog nooit van gehoord, Saigon kennen we wel, van het nummer van Billy Joel over Goodnight Saigon. Maar Hanoi, nee daar hadden we ons nog nooit in verdiept. Omschrijf Hanoi in één woord: Gekkenhuis. Je weet niet waar je moet kijken. Het verkeer is waanzinnig. Eindeloos verkeer van scooters, motoren, fietsen en auto’s zigzagt rond handelaren die fruit en souvenirs verkopen. Het verkeer geeft je een intense prikkeling. Voor je reukzin: Alle dampen van het gemotoriseerd verkeer. Het gehoor: Je hoort toeters en nog eens toeters. Voor je gezicht: Je moet goed uitkijken. Oversteken is een kunst. De drukke straten moet je ovesteken en bepalen of je voorrang neemt. Hand opsteken en gaan. Anders kom je nooit aan de overkant van de straat.
Om precies te zijn, we zitten in Hanoi Old Quarter, de oude wijk van Hanoi. De sfeer van het oude centrum komt naar voren in de oude winkelstraten die zijn vernoemd naar de oorspronkelijke bedrijven die ongeveer 1000 jaar oud zijn. Iedere winkelstraat heeft zo zijn specialisme. De bewaard gebleven winkelpanden die langs deze wegen liggen, zijn iets meer dan een eeuw geleden gebouwd en in een lange en smalle stijl om te voorkomen dat ze hoge belastingen moesten betalen. Het voorste deel van het gebouw is waar de handel plaatsvindt en de familie woon in de rest van het huis. Hoewel één winkelhuis bedoeld was voor één gezin (met vele generaties daarin), is het tegenwoordig gebruikelijker dat meerdere gezinnen onder één dak zitten.
We zaten in een hotel midden in Old Quarter. We hebben veel gewandeld door de stad. Maar ons ook één keer laten vervoeren door een Cyclo. Erg populair in Vietnam
Reactie plaatsen
Reacties