Fortynine Palms Oasis ligt midden in een enorm droog, dor gebied. Door een scheur in de rotsbodem wordt het grondwater omhoog gepers en daardoor tref je hier een zeer weelderige plantengroei aan. Er staan hier veel grote palmbomen (inmiddels is het aantal groter dan de oorspronkelijke 49 palmen). Omdat je tijdens je wandeling vrijwel alleen maar woestijnbergen met kale rotsen en nauwelijks planten ziet, is de tegenstelling enorm groot. De palmbomen werden begin 20e eeuw door mijnwerkers geplant om de natuurlijke bron daar gemakkelijk te kunnen lokaliseren

In de zomer zijn Fortynine Palms Oasis, het wandelpad en de parkeerplaats allemaal dicht, zodat dikhoornschapen ongestoord toegang hebben tot het oppervlaktewater.

 Je wandelt over de helling en in de verte zie je de palmen.  Hier staan de Californische waaierpalmen (Washingtonia filifera) die een schaduwrijk bladerdak bieden waar wij  tussen de rotsblokken hebben uitgerust.  Het paradijs volgens Susan. Het water zie je niet. Dat is afgezet gebied. Overigens is de wandeling twee keer klimmen,  op de heen en op de terugweg. Het is namelijk een heen en terug route.

Het is geen ongevaarlijke route:  In juli 2018 werd een Canadese wandelaar, Paul Miller, vermist terwijl hij onderweg was naar Fortynine Palms Oasis. Zijn stoffelijk overschot werd in januari 2020 buiten het pad gevonden. Wandeling wordt ook afgeraden bij zeer hoge temperaturen.